In Zuidwest-Frankrijk, op 1100 km van Utrecht, ligt het stadje Millau. Via de A75 vanaf Clermont-Ferrand doorkruis je het gehele Centraal Massief; een gebied met meer dan 400 uitgedoofde vulkanen. Met uitzondering van het viaduct van Millau is deze hoogstgelegen snelweg van Frankrijk gratis. Ook voor mensen die vanuit Spanje huiswaarts keren is Millau een ideaal gelegen halte.
De stad (23.000 inwoners) ligt op anderhalf uur rijden van de Middellandse Zee; de vissersplaats Sète en de Cap d’Agde. Maar waarom zou je naar de zee willen als de mythische Gorges du Tarn zich op een steenworp afstand bevinden? In het gebied is zoveel te beleven dat je aan twee weken vakantie niet genoeg hebt. Maar je mag altijd terugkomen!
Vijf goede redenen
om naar Millau te komenHet stadje is omgeven door een rijke, diverse natuur, waar meer dan 40 buitensportactiviteiten gedaan kunnen worden. In de lucht, op het water, op de grond en zelfs onder de grond: de afgelopen miljoenen jaren hebben zich vele grotten en gangen gevormd in de ondergrond van de kalksteenplateaus. Centraal gelegen is Millau een goede uitvalsbasis voor dagtrips naar de Cevennen, de uitgestrekte rode vlaktes van het Rougier de Camarès, de Ridderdorpen op de Larzac, de recreatiemeren op de Lévézou of de Middellandse Zee.
Millau ligt op een steenworp afstand van de mythische Gorges du Tarn, waar klein en groot kunnen genieten van een tocht per kano of schuit. Met meer dan 400 klimroutes is het tevens het paradijs voor rotsklimmers. Ook wielrenners, maar ook wandelaars, komen er ruimschoots aan hun trekken. En wist je dat de op een na hoogste bungeejump spot van Frankrijk zich in de Gorges du Tarn bevindt? 107 meter adrenaline terwijl de rivier rustig onder je door kabbelt.
Het merendeel van de campings ligt aan een rivier: aan de Tarn, die even daarvoor door de Gorges gestroomd is, of aan de iets wildere Dourbie. Beide rivieren zijn populair onder kanoërs en vissers. Het fietspad langs de campings brengt je naar het oude centrum, waar je je kunt verdiepen in de plaatselijke handschoenenindustrie, een glas kunt drinken met uitzicht op de Pouncho (populaire spot voor paragliders) en ondertussen van de culturele festiviteiten kunt genieten.
Mr Bean is er al eens overheen gereden: het Viaduct van Millau. Het hoogste viaduct van Europa is een architectonisch hoogstandje dat wereldwijd bekendheid geniet. Je kunt er onderdoor fietsen of kanoën en op de stopplaats van Brocuéjouls valt de bouw her te beleven middels een multimediale voorstelling. Een pad brengt je naar het uitzichtpunt waar je een uitgestrekt panorama hebt over het elegante viaduct en de Tarn vallei. Vergeet niet om een selfie te maken!
Voor cultuurliefhebbers is het een rijke stad: het pottenbakkerscentrum dat ooit één van de grootste van het Romeinse rijk was; de handschoenenindustrie waarin tijdens de hoogtijdagen 7000 mensen werkzaam waren; het museum dat een beeld van de stad door de eeuwen heen geeft en de (avond)markten met live muziek waar het eten live in de kraampjes klaargemaakt wordt. Ga vooral eens kijken hoe de aligot, een streekgerecht op basis van aardappelpuree en verse kaas, gemaakt wordt: een heel spektakel.
De crème de la crème van Millau Grands Causses
1- Millau
Met zo’n 23.000 inwoners is Millau een gezellige en veilige stad die alle elementen voor een fijne vakantie biedt. Het stadje is omgeven door kalksteenplateaus en wordt door twee karakteristieke rivieren aangedaan waaraan de campings liggen. Het oude stadscentrum is op loopafstand, op zomeravonden is er regelmatig live muziek, bijvoorbeeld op de maandagse avondmarkt. Zondagmorgen is er rommelmarkt en de tweewekelijkse markt is op woensdag- en vrijdagmorgen. Stadsgids Sandra kan je allerlei anekdotes vertellen over de rijke historie van de stad, via het VVV kan ook een audiotoer in het Nederlands gedaan worden.
Eind 19e eeuw wordt de streek per stoomtrein bereikbaar, de vraag naar Roquefort kaas stijgt, het aantal schapen neemt toe, en daarmee de lamshuiden, wat het begin vormt van een bloeiende handschoenenindustrie. In diens hoogtijdagen, rond 1963, werken er 7000 mensen en worden er 4,7 miljoen paar handschoenen gefabriceerd. De concurrentie uit Azië doet de handschoen de das om en van de 82 handschoenenateliers en 17 leerlooierijen zijn er nu nog een paar over, maar niet de minste: Causse Gantier zorgt ervoor dat Madonna elegant gehandschoend is en Maison Fabre voorziet de president en de Republikeinse garde. Beide ateliers zijn te bezoeken.
Le Pont Vieux (Oude Brug)
De Pont Vieux is één van de oudste bruggen van de streek, mogelijk van voor de 12e eeuw. Ooit bracht het de inwoners naar de overkant van de Tarn, totdat de brug grote schade opliep tijdens de overstroming van 1758. Zestig jaar lang moest men met een pondje de rivier over. Het nog bestaande stuk leidt tegenwoordig naar de gerestaureerde Vieux Moulin (Oude Molen), waar beeldend kunstenaars hun werk tonen. Over de recentelijk gerenoveerde rivierkades kun je er naartoe flaneren.
De Beffroi en de Tour Carrée des Rois d’Aragon (Klokkentoren)
Het mooiste selfie maak je vanaf de 42 meter hoge klokkentoren. Eigenlijk zijn het twee torens in één. De vierkante voet komt uit de 12e eeuw. In 1613 zet de gemeente er een achtkantig stuk op en gaat ’t dienst doen als klokkentoren. Door een houten deel was de toren 52 meter hoog, waardoor er middels fakkels met de stadswallen gecommuniceerd werd. Totdat de bliksem insloeg en het houten stuk afbrandde. Tot 1825 werden er gevangenen in opgesloten, tegenwoordig heeft de stad geen gevangenis meer. De toren telt 5 verdiepingen en 210 traptreden. Nee, er is geen lift. Zomers zijn er ook rondleidingen in het avondlicht.
L’Eglise Notre-Dame de l’Espinasse (Katholieke kerk)
Espinasse is Occitaans voor grote doorn, verwijzend naar de doornenkroon die Jezus tijdens de kruisiging op had, een reliek dat de kerk in de 11e eeuw in bezit zou hebben gehad. Tijdens de Geloofsoorlog laten de Protestanten de kerk als ruïne achter. De kerk ligt aan het Place Foch, de stenen pilaren waarmee het plein omgeven is komen uit de religieuze gebouwen die ook tijdens die oorlog vernield zijn. Vandaar de diversiteit.
De Lavoir de l’Ayrolle (Wasplaats)
De wasplaats van Millau is in de 18e eeuw opgebouwd uit de stenen van de afgebroken stadsmuren. In een stad met toen nog open riool moest het zorgen voor meer hygiëne. Daartoe werd het aangesloten op een bron uit de bergen. De was werd te drogen gehangen aan de ijzeren hekken ervoor. Tijdens de restauratie van 1950 zijn deze hekken vervangen door die van het oude dodenherdenkingsmonument. ’s Avonds is de wasplaats mooi verlicht.
De Stadshal
De stadshal is aan het einde van de 19e eeuw gebouwd, nadat er een blok van middeleeuwse huizen was afgebrand. Het gebouw is een typisch voorbeeld van de industriële revolutie. Het geraamte van ijzer maakt het gebouw licht en luchtig. Van woensdag tot en met zaterdag kun je hier ’s morgens boodschappen doen of een glas drinken.
De Graufesenque
Gedurende anderhalve eeuw is de Graufesenque één van de grootste pottenbakcentra van het Romeinse rijk. Via de huidige Rue Droite werden de potten, maar ook voedsel en wijn, naar het noorden en naar Spanje en Italië vervoerd. Totdat de Barbaren het toenmalige Condatomagos (Millau) in vuur en vlam zetten. Vandaag de dag vallen de overblijfselen van deze tijd te bewonderen: funderingen van werkplaatsen en potten en scherven, en worden er rondleidingen en cursussen georganiseerd.
Het Stadsmuseum
Het stadsmuseum van Millau geeft een beeld van de stad door de eeuwen heen. Naast tijdelijke exposities herbergt het ook fossielen, potten en vazen, handschoenen en schilderijen, en in één van de zalen kom je oog in oog te staan met het skelet van een elasmosaurus… De toegang is gratis.
2. Het Viaduct
Met zijn 343 meter boven zeeniveau is het Viaduct van Millau het hoogste van Europa. Elegant gevormd en met z’n voeten in de Tarn verbindt hij het ene kalksteenplateau met het andere. In het expositiecentrum op het Aire de Viaduc valt de bouw her te beleven. Meer dan 60 miljoen rijtuigen zijn er al overheen gereden. Zeker zo mooi is het om er onderdoor te rijden (of te varen!) of het viaduct te beschouwen vanaf één van de vele uitzichtpunten, bijvoorbeeld vanuit Peyre, één van de Mooiste Dorpen van Frankrijk. ’s Avonds is dit architectonische hoogstandje in licht gehuld.
3. De Mooiste Dorpen van Frankrijk en andere pittoreske dorpjes
Op 7 kilometer van Millau ligt Peyre, één van de Mooiste Dorpen van Frankrijk, het is deels in de rots uitgehouwen en biedt een mooi zicht op de Tarn en het viaduct. Aan de andere kant van Millau domineert Compeyre – Peyre is Occitaans voor steen – de Tarnvallei. In het voorjaar ziet de vallei wit van de bloeiende kersenbomen. Ooit stonden overal druivenstruiken, totdat een bacterie er korte metten mee maakte. In het pittoreske Compeyre verwijst er nog veel naar deze wijncultuur, de legende wil dat er tijdens de 80-jarige oorlog wijn met bloed vermengd door de straatjes stroomde.
4. Gastronomie en markten
Er is geen betere plek om de sfeer op te snuiven en de lokale bevolking te spotten dan op de markt. De regio kent veel kaasmakers, fruit- en tuinders, imkers, bakkers, jammakers en charcutiers. Op woensdagochtend concentreren deze zich rond de oude platanen van Place Foch, op vrijdagochtend staan ook de straten rond de markthallen vol met kramen en vindt er een feestelijke activiteit plaats. Op maandag, tijdens de zomeravondmarkt, verandert Place du Mandarous in een vreugdevolle chaos. Aan de lange tafels rondom de fontein proef je streekgerechten als aligot en farçous, drink je streekbieren en wijnen en geniet je van kunst, muziek en shows.
5. De Gorges du Tarn en de Gorges de la Jonte
Weinig motorrijders en wielrenners dromen er niet van: een rit door de Gorges du Tarn en de Gorges de la Jonte… zo dicht bij elkaar en toch zo anders. Bezoek de verlaten gehuchten Eglazines en St Marcellinus, die alleen te voet bereikbaar zijn. Tel de gieren die boven je hoofd cirkelen, mogelijk vanuit het Gierenhuis (Vulture Center) of terwijl je de berg oploopt tussen de Chinese Vazen (staande rotsen). Je kunt ook je racefiets meenemen en je voordoen als Tim Krabbé. Ook voor klimmers zijn de Gorges een must.
6. De Buitensportactiviteiten
Omringd door een rijke natuur waar meer dan 40 verschillende buitensportactiviteiten gedaan kunnen worden, noemt Millau zich niet voor niks de Hoofdstad van de Buitensport. Paragliding, kanoën, bergbeklimmen, speleologie, canyoning, Via Ferrata, bungeejumping, mountainbiken en wielrennen, trailrunning of…over de honderden paadjes wandelen en genieten van het uitzicht: rond Millau komt de (sportieve) natuurliefhebber aan diens trekken, ongeacht leeftijd en ervaring. De vele natuurgidsen en activiteitenbegeleiders delen graag hun favoriete plekken met je.
7. De Bateliers (Schuitenvaarders)
Eerder toe aan ontspanning dan aan inspanning? Stap dan in de schuit van een Batelier. De Bateliers van het Viaduct varen onder de hoogste brug van Europa door en langs het pittoreske dorpje Peyre, dat deels in de rots is uitgehouwen. Met de Bateliers van La Malène glij je door de mythische Gorges du Tarn. Alle schuitenvaarders kunnen je honderduit vertellen over de streek en de flora en fauna, en met een beetje geluk vallen er naast reigers en forellen ook bevers, otters en moeflons te spotten. Een avontuur voor alle leeftijden.
8. De Kelders van de Roquefort kaas
Lang geleden werd een jonge herder verleid door een mooie dame. Als hij terugkeert naar zijn grot, is zijn kaas beschimmeld: Roquefort is geboren! De “Koning der kazen” wordt inmiddels over de hele wereld verkocht en mensen komen van overal om het dorp en de kaaskelders te bezoeken. Het is ongelooflijk om te bedenken dat zo’n klein dorp zoveel tonnen kaas produceert met behoud van de authenticiteit. Er wordt wel eens gezegd dat de oppervlakte van Parijs een kaas met gaten is, die van Roquefort is dat zeker… en ook natuurlijk gevormd. Vergeet niet een dikke trui mee te nemen, de temperatuur ligt rond de 10°C.
9. De Ridderdorpen
Midden 12e eeuw vestigen de Tempelier ridders zich op de Larzac, ze bouwen kerken, groepsverblijven en graantorens. Anderhalve eeuw later nemen de Hospitalier ridders de boel over en maken er vestigingsdorpjes van. Elk van de vijf dorpen heeft karakteristieke gebouwen die al dan niet met een gids bezocht kunnen worden : binnen de vestigingsmuren van La Couvertoirade waan je je in een filmdecor, in de commanderij van Sainte Eulalie de Cernon ga je 600 jaar terug in de tijd en in Le Viala du Pas de Jaux kun je de 27 meter hoge graantoren beklimmen. ’s Zomers zijn er markten en ridderactiviteiten voor kinderen. De nederzettingen liggen aardig bij elkaar in de buurt. Behalve als je te paard gaat.
10. De grotten
In respectievelijk 1888 en 1897 werden de grot van Dargilan et de Aven Armand ontdekt door de voorlopers van de moderne speleologie: de heren Martel en Armand. Al snel gaf de pers ruchtbaarheid aan de ontdekkingen en kwamen de eerste toeristen naar de streek. De Roze Grot van Dargilan is gelegen op de Causse Noir (of eigenlijk erin…), een subtiele combinatie van licht en duisternis maakt de vele druipstenen nog imposanter. Daartegenover, op de Causse Méjean, valt de Aven Armand te bezoeken. In het ‘bos’ van meer dan 400 druipstenen tref je hier de grootste stalagmiet van de wereld (30 meter).